Boodschappers der Goden en beschermers van de mens
In de meeste religies komen wezens voor die de (te) grote afstand
tussen God en de mens kunnen overbruggen. In India komen we de Deva's tegen.
De Islamieten en de christenen kennen engelen, waaronder een aantal dezelfde
(Michaël en Gabriël b.v.) en ook de Nats uit Birma kennen 'engelen'.
Het woord 'engel' is afgeleid van het Griekse 'angelos', dat 'bode' betekent.
Bij de omschrijving van een engel stuiten we op een dubbelzinnigheid. Het
woordenboek (Handwoordenboek van Dale) geeft namelijk twee omschrijvingen,
de eerste een algemene, de tweede een meer specifieke:
Deze ambivalentie van het woord engel schept soms verwarring. Bijvoorbeeld
de hierboven al genoemde Michaël en Gabriël zijn engelen (gezanten)
in de zin van de eerste omschrijving, maar niet volgens de tweede omschrijving.
Michaël en Gabriël zijn namelijk aartsengelen, de orde die boven
de engelen staat in de hemelse hiërarchie (de hierboven genoemde 'negen
koren'). De engelen staan in deze orde het dichtst bij de mens, terwijl
de cherubijnen en serafijnen het dichtst bij God staan.
Dit wereldbeeld wordt trouwens in 'De goddelijke Komedie' van Dante heel
mooi beschreven. Door hun plaats in deze hemelse orde zijn engelen zeer
geschikte intermediairs voor de goddelijke emanaties, uitstralingen. Als
een soort 'kanalen' geven ze de goddelijke krachten en boodschappen door.
'Engelen' door Paola Giovetti
De Italiaanse Paola Giovetti, die Letteren heeft gestudeerd, houdt
zich bezig met populair-wetenschappelijke publicaties. Een daarvan is het
boek 'Engelen: Hemelse boodschappers van licht. Beschermers van de mens'.
Hett behandelt allerlei aspecten van de engelen en hun rol in het ondermaanse.
Wat deze rol betreft: twee functies lijken de engelen voornamelijk te bekleden:
Ten eerste het doorgeven van boodschappen van God aan de mens. We kunnen
hierbij denken aan de annunciatie aan Maria en de engel die Noach vertelde
over de op handen zijnde zondvloed. Ten tweede het beschermen van de mens.
In de katholieke traditie heeft ieder mens een persoonlijke beschermengel
die hem bijstaat van de wieg tot het graf.
Een groot deel van het boek is gewijd aan de Christelijke traditie (en
apocrief werk) ten aanzien van de engelen. In dit gedeelte komen onder
andere beschermengelen, de hemelse hiërarchie, Lucifer (de gevallen
engel) en het werk van Swedenborgh aan de orde.
Interessant bij het verhaal van Swedenborgh is dat deze beweert dat iedere
engel, maar ook iedere demon ontstaan is uit een mens. Dit staat haaks
op de inhoud van de bijbel, waarin de engelen voor de mens geschapen is.
In ben niet genoeg thuis in het werk van Swedenborgh om te kunnen weten
of Giovetti hier niet een 'vertaalfout' maakt. Het is wel zo dat zij de
term 'engel' erg makkelijk gebruikt en deze niet op een duidelijke manier
omschrijft. Dezelfde 'twijfel' had ik ten aanzien van de rol van engelen
in bijnadoodservaringen, onder andere beschreven in het werk van Dr. Moody.
Is er binnen deze ervaringen sprake van engelen, een spiritueel menselijk
wezen of van Jezus, zoals zovelen beweren? Giovetti is hier erg vaag over.
Alternatieve opvattingen
De hierboven beschreven benaderingen van 'de engel' zou je min of
meer traditioneel kunnen noemen. Giovetti behandelt ook twee minder traditionele
benaderingen.
De eerste benadering betreft 'de innerlijke engel', waarbij de engel een
soort innerlijke 'wijze' of helper voorstelt. Deze voornamelijk op psychologie
gebaseerde benadering wordt geschetst aan de hand van het werk van Jung
en Jussek. Waarbij een engel in het werk van Jung een 'archetype' zou zijn.
Een in het menselijke onbewuste aanwezige oerkracht. Contact met de engel
is dan contact met het eigen onbewuste.
De tweede, minder traditionele, benadering is die van de engel als 'natuurkracht'.
Hiervoor gebruikt Giovetti het werk van (de oprichter van de antroposofie)
Rudolf Steiner en de ervaringen in het Schotse Findhorn, waar mensen 'samenwerken'
met natuurgeesten om een 'natuurlijke' levenswijze te ontwikkelen.
Findhorn heeft de gevestigde wetenschap voor een aantal vragen gesteld,
door zonder gebruik van kunstmest of andere hulpmiddelen in het ruige Schotse
klimaat een prachtig bloeiende tuin aan te leggen. Ook hier gebruikt Giovetti
de term engelen, terwijl de 'bewoners' van Findhorn deze term (voor zover
ik weet) in het geheel niet gebruiken.
De engel in kunst en cultuur
Dat engelen ook zeer inspirerend werken voor kunstenaars, illustreert
Giovetti onder andere met het werk van Bosch, Chagall en Kafka. Dat dit
soort inspiratie niet alleen tot het verleden behoort, blijkt bijvoorbeeld
uit het boek 'Humboldts gift' van Saul Bellow en de (mijns inziens prachtige)
film 'Himmel über Berlin' van Wim Wenders.
Giovetti besluit het boek dan met aandacht voor 'the bi-cameral mind' van
de psycholoog Julian Jaynes. Deze stelt dat onze rechter-hersenhelft ooit
'bewoond' werd door de goden, waardoor de mensen in staat waren deze te
horen. Zoals bijvoorbeeld in het werk van Homerus en in de bijbel.
Het is mij niet duidelijk wat Giovetti met dit hoofdstukje probeert te
zeggen. Onderliggende samenhang is niet het sterkste punt van dit boek.
Het boek wordt 'terecht' afgesloten met een 'engelensprookje', want een
conclusie is niet goed te trekken.
Mooi boek
Het boek 'Engelen' van Paola Giovetti is een interessante aanzet
tot een 'cultuurgeschiedenis' van de engelen. Het is ondanks dat het soms
een wat warrige indruk maakt, goed leesbaar en informatief.
Wat het boek voor mij de moeite waard maakt, zijn de illustraties, waarvan
er veel in kleur zijn uitgevoerd. Als je een beetje in engelen of in (middeleeuwse)
cultuurgeschiedenis bent geïnteresseerd en niet zoekt naar een inhoudelijk
goede samenhangende tekst kan ik je dit boek aanraden.
JAN SPRONG