Engelen: gezanten, helpers of natuurkrachten?:
Mooi uitgevoerd wat warrig boek over engelen
door Paola Giovetti


Boodschappers der Goden en beschermers van de mens
In de meeste religies komen wezens voor die de (te) grote afstand tussen God en de mens kunnen overbruggen. In India komen we de Deva's tegen. De Islamieten en de christenen kennen engelen, waaronder een aantal dezelfde (Michaël en Gabriël b.v.) en ook de Nats uit Birma kennen 'engelen'.
Het woord 'engel' is afgeleid van het Griekse 'angelos', dat 'bode' betekent. Bij de omschrijving van een engel stuiten we op een dubbelzinnigheid. Het woordenboek (Handwoordenboek van Dale) geeft namelijk twee omschrijvingen, de eerste een algemene, de tweede een meer specifieke:

  1. Gezant van God, hemels wezen
  2. (als hiërarchische rang) 'engel' uit het negende der negen koren.

Deze ambivalentie van het woord engel schept soms verwarring. Bijvoorbeeld de hierboven al genoemde Michaël en Gabriël zijn engelen (gezanten) in de zin van de eerste omschrijving, maar niet volgens de tweede omschrijving. Michaël en Gabriël zijn namelijk aartsengelen, de orde die boven de engelen staat in de hemelse hiërarchie (de hierboven genoemde 'negen koren'). De engelen staan in deze orde het dichtst bij de mens, terwijl de cherubijnen en serafijnen het dichtst bij God staan.
Dit wereldbeeld wordt trouwens in 'De goddelijke Komedie' van Dante heel mooi beschreven. Door hun plaats in deze hemelse orde zijn engelen zeer geschikte intermediairs voor de goddelijke emanaties, uitstralingen. Als een soort 'kanalen' geven ze de goddelijke krachten en boodschappen door.

'Engelen' door Paola Giovetti
De Italiaanse Paola Giovetti, die Letteren heeft gestudeerd, houdt zich bezig met populair-wetenschappelijke publicaties. Een daarvan is het boek 'Engelen: Hemelse boodschappers van licht. Beschermers van de mens'. Hett behandelt allerlei aspecten van de engelen en hun rol in het ondermaanse.
Wat deze rol betreft: twee functies lijken de engelen voornamelijk te bekleden: Ten eerste het doorgeven van boodschappen van God aan de mens. We kunnen hierbij denken aan de annunciatie aan Maria en de engel die Noach vertelde over de op handen zijnde zondvloed. Ten tweede het beschermen van de mens. In de katholieke traditie heeft ieder mens een persoonlijke beschermengel die hem bijstaat van de wieg tot het graf.
Een groot deel van het boek is gewijd aan de Christelijke traditie (en apocrief werk) ten aanzien van de engelen. In dit gedeelte komen onder andere beschermengelen, de hemelse hiërarchie, Lucifer (de gevallen engel) en het werk van Swedenborgh aan de orde.
Interessant bij het verhaal van Swedenborgh is dat deze beweert dat iedere engel, maar ook iedere demon ontstaan is uit een mens. Dit staat haaks op de inhoud van de bijbel, waarin de engelen voor de mens geschapen is. In ben niet genoeg thuis in het werk van Swedenborgh om te kunnen weten of Giovetti hier niet een 'vertaalfout' maakt. Het is wel zo dat zij de term 'engel' erg makkelijk gebruikt en deze niet op een duidelijke manier omschrijft. Dezelfde 'twijfel' had ik ten aanzien van de rol van engelen in bijnadoodservaringen, onder andere beschreven in het werk van Dr. Moody. Is er binnen deze ervaringen sprake van engelen, een spiritueel menselijk wezen of van Jezus, zoals zovelen beweren? Giovetti is hier erg vaag over.

Alternatieve opvattingen
De hierboven beschreven benaderingen van 'de engel' zou je min of meer traditioneel kunnen noemen. Giovetti behandelt ook twee minder traditionele benaderingen.
De eerste benadering betreft 'de innerlijke engel', waarbij de engel een soort innerlijke 'wijze' of helper voorstelt. Deze voornamelijk op psychologie gebaseerde benadering wordt geschetst aan de hand van het werk van Jung en Jussek. Waarbij een engel in het werk van Jung een 'archetype' zou zijn. Een in het menselijke onbewuste aanwezige oerkracht. Contact met de engel is dan contact met het eigen onbewuste.
De tweede, minder traditionele, benadering is die van de engel als 'natuurkracht'. Hiervoor gebruikt Giovetti het werk van (de oprichter van de antroposofie) Rudolf Steiner en de ervaringen in het Schotse Findhorn, waar mensen 'samenwerken' met natuurgeesten om een 'natuurlijke' levenswijze te ontwikkelen.
Findhorn heeft de gevestigde wetenschap voor een aantal vragen gesteld, door zonder gebruik van kunstmest of andere hulpmiddelen in het ruige Schotse klimaat een prachtig bloeiende tuin aan te leggen. Ook hier gebruikt Giovetti de term engelen, terwijl de 'bewoners' van Findhorn deze term (voor zover ik weet) in het geheel niet gebruiken.

De engel in kunst en cultuur
Dat engelen ook zeer inspirerend werken voor kunstenaars, illustreert Giovetti onder andere met het werk van Bosch, Chagall en Kafka. Dat dit soort inspiratie niet alleen tot het verleden behoort, blijkt bijvoorbeeld uit het boek 'Humboldts gift' van Saul Bellow en de (mijns inziens prachtige) film 'Himmel über Berlin' van Wim Wenders.
Giovetti besluit het boek dan met aandacht voor 'the bi-cameral mind' van de psycholoog Julian Jaynes. Deze stelt dat onze rechter-hersenhelft ooit 'bewoond' werd door de goden, waardoor de mensen in staat waren deze te horen. Zoals bijvoorbeeld in het werk van Homerus en in de bijbel.
Het is mij niet duidelijk wat Giovetti met dit hoofdstukje probeert te zeggen. Onderliggende samenhang is niet het sterkste punt van dit boek. Het boek wordt 'terecht' afgesloten met een 'engelensprookje', want een conclusie is niet goed te trekken.

Mooi boek
Het boek 'Engelen' van Paola Giovetti is een interessante aanzet tot een 'cultuurgeschiedenis' van de engelen. Het is ondanks dat het soms een wat warrige indruk maakt, goed leesbaar en informatief.
Wat het boek voor mij de moeite waard maakt, zijn de illustraties, waarvan er veel in kleur zijn uitgevoerd. Als je een beetje in engelen of in (middeleeuwse) cultuurgeschiedenis bent geïnteresseerd en niet zoekt naar een inhoudelijk goede samenhangende tekst kan ik je dit boek aanraden.

JAN SPRONG


©St. NoPapers

Terug naar overzicht