Carlos Castaneda en Don Juan
In 1968 verscheen het eerste boek van de antropoloog Carlos Castaneda.
Hierin beschreef Castaneda zijn ervaringen met de sjamaan (tovenaar) Don
Juan, een Yaqui-indiaan. Door middel van allerlei drugs en leringen werd
Castaneda door Don Juan ingewijd in een wereld van geesten, sjamanen die
van vorm konden veranderen en Mescalito, de god van de peyote, om maar
een paar voorbeelden te noemen. Een intrigerende wereld, waar Castaneda
zich in ieder geval gedurende zes jaren in verdiepte.
De in deze tijd opgedane ervaringen zijn beschreven in 9 boeken, die allen
in het Nederlands vertaald zijn. De laatste hiervan, uitgegeven door Servire,
is 'De kunst van het dromen'. Een boek dat alleen goed te volgen is als
je al een aantal boeken van Castaneda gelezen hebt. Begrippen als sluipers,
de tweede aandacht en het verzamelpunt die in eerdere boeken uitgebreid
behandeld werden komen in dit werk ook weer naar voren.
De kunst van het dromen
De eerste boeken uit de reeks (b.v. 'The teachings of Don Juan'
en ' A separate reality') waren vooral gericht op de praktische kanten
van het leerlingschap van Castaneda, vol aanwijzingen en concrete leringen.
Latere boeken uit de reeks, onder andere 'Het innerlijk vuur' waren abstracter
van opzet en gaven meer aandacht aan het wereldbeeld van Don Juan en de
andere tovenaars. En nu is er dan het negende deel uit de reeks. Dit boek
geeft volgens het persbericht van de uitgever: '... een volledige toelichting
op Don Juan's leringen over het ontdekken van de wereld van de geest door
middel van het droomproces'. Dit is op zich wel waar, echter deze uitspraak
zou er toe kunnen leiden dat we denken dat het hier over gewoon 'dromen'
gaat. Dit is niet het geval. Wat is dit droomproces dan wel?
Dromen
In het voorwoord van het boek schrijft Castaneda: 'Voor Don Juan
vormde tovenarij de belichaming van een aantal bijzondere theoretische
en praktische ideeën over de aard en de rol van de waarneming, waarmee
wij het heelal om ons heen gestalte geven'. Samengevat kunnen we de volgende
basisideeën ten aanzien van de waarneming uit de eerste hoofdstukken
destilleren: Onze waarneming die over het algemeen 'te vast' ligt, houdt
ons gevangen in 'onze wereld'.
Castaneda gaat ervan uit dat er vele werelden zijn, werelden die we normaliter
niet kunnen ervaren. Dit komt onder meer omdat de mens denkt 'voorwerpen',
materie te zien. Maar er is in eerste instantie alleen energie, die door
onze waarneming en vooropgezette ideeën een vaste vorm krijgt.
De wereld is een oneindige hoeveelheid energievelden. Het is voor de tovenaar
van belang het proces van de waarneming te gaan beheersen en de 'gevestigde
vormgeving' te doorbreken. Een doel hierbij is het 'oogmerk', simpel gesteld
de doelstelling, te gebruiken om de waarneming te richten. Dromen is daarbij
een belangrijk hulpmiddel.
Dromen zijn volgens Don Juan een 'poort naar de oneindigheid' en een manier
om 'ons energetisch vermogem om waar te nemen op een nieuwe manier te conditioneren'.
En dit raakt de kern van het boek: het leren beheersen van het dromen en
de droomwereld. Nogmaals, het gaat hierbij zeker niet om het bijhouden
van een dromendagboek en het duiden, uitleggen van de dromen. In welke
richting dienen we deze beheersing dan wel te zoeken?
De bizarre droomwereld van Carlos Castaneda
Allereerst moet duidelijk gemaakt worden dat volgens Don Juan je
met behulp van dromen niet alleen in innerlijke werelden 'reist', maar
ook in 'onbekende (werkelijk bestaande niet-objectieve?) werelden'. Ofzoals Don Juan stelt: 'Je kunt dromen alleen ervaren. Dromen is niet alleen
dromen en ook geen dagdromen, verlangen of fantaseren. Door dromen kun
je andere werelden waarnemen, die je echt kunt beschrijven, maar je kunt
niet zeggen hoe dat in zijn werk gaat. En toch kun je voelen hoe dromen
die andere werelden voor je opzet. Dromen is kennelijk een gewaarwording,
een lichamelijk proces, een bewustzijnstoestand'
Een van deze werelden is de wereld van de anorganische wezens. Wezens die
een geheel andere opbouw, energiehuishouding en bewustzijn dan de mens
kennen. Willen we doordringen in deze 'vreemde wereld', dan moeten we weten
dat er een aantal vaste punten in de droomwerelden zijn, poorten die gepasseerd
dienen te worden om tot ware beheersing van de droomwereld te komen.
Castaneda behandelt in dit boek de eerste drie van deze poorten en daarmee
samenhangende onderwerpen. Uit deze behandeling komt het beeld van een
bizarre wereld naar voren. Een wereld waarin 'symbiotisch samenlevende
niet- organische wezens' mensen en wezens uit andere werelden (dimensies)
gevangen kunnen houden. Een wereld van het zoeken naar kennis, wezens die
op jacht zijn naar (bij voorkeur mannelijk) bewustzijn. Mensen kunnen in
deze wereld hun weg vinden onder andere met behulp van gidsen, verkenners
en het 'beogen'. Echter, er zijn veel gevaren aan verbonden en om de zoveel
bladzijden is Castaneda weer op het nippertje aan een van deze gevaren
ontsnapt. Deze wereld zou op een bepaalde manier 'werkelijk' bestaan, hoewel
zeker het laatste deel van het boek meer overkomt als een niet bepaald
geslaagde trip.
In de loop van het boek haakte ik steeds meer af. Misschien speelt het
een rol dat ik niet alle boeken van Castaneda gelezen heb of dat ik nogal
skeptisch sta tegenover methoden van bewustzijnsverrruiming die veel gebruik
maken van hard drugs. Het boek (zeker de laatste helft) komt bij mij niet
geloofwaardig over. En als dan in de Grand Finale nog een al eeuwen levende
tovenaar (een doodstrotseerder) ten tonele wordt gevoerd die 'zijn' geslacht
veranderd heeft, dan heb ik zoiets van Tja, geef mijn portie maar aan fikkie.
Dit staat veel te ver af van mijn manier van leven, denken en bewustzijnsontwikkeling.
Ik zou het interessant vinden eens iemand te ontmoeten voor wie de zaken
die Castaneda beschrijft min of meer herkenbaar zijn. Mensen die zijn boeken
gelezen hebben ken ik genoeg. Onder hen is een aantal die er zinnige dingen
over kunnen zeggen. Maar ik ben nog nooit iemand tegengekomen die zei:
ja, dat heb ik ook meegemaakt! Maar wie weet; dat de wereld vreemder in
elkaar zit dan we (kunnen?) denken is me zo langzamerhand wel duidelijk.
Tenslotte
De kunst van het dromen van Carlos Castaneda is een boek waarin
een vreemde wereld naar voren wordt gebracht. Een wereld die misschien
alleen te begrijpen valt door 'tovenaarsleerlingen'. Echter voor mij het
minst toegankelijke boek van Castaneda, ondanks het feit dat ik een aantal
abstracte uitgangspunten van het boek, met name die ten aanzien van de
aard van de werkelijkheid, wel kan onderschrijven. Ook staan er in het
boek interessante overdenkingen. Toch is het geheel aan mij niet besteed.
Maar goed, laat je hierdoor niet weerhouden, misschien is mijn waarneming
vastgeroest.
JAN SPRONG