Carl Gustav Jung
Psycholoog Carl Gustav Jung (1875 - 1961) was ooit een 'volgeling'
van Freud. Hij werd zelfs als 'kroonprins' van Freud gezien. Er waren echter
een aantal essentiële verschilpunten tussen de beide 'grote geesten'.
Freud (1856 - 1939) beschouwde de Libido 'het seksuele' als basis van alle
neuroses, frustraties en andere psychologische problemen. Deze uitleg vond
Jung op een gegeven moment veel te beperkt. Voor Jung was de Libido veel
breder en omvatte de 'levenskracht', dus ook het spirituele.
Dit verschil in opvatting uitte zich onder andere in visie op religie,
mogelijkheden van de mens en het paranormale. Dit leidde tot een breuk
met Freud omdat Jung het basisdogma van de Freudiaanse analyse afwees.
Na de breuk met Freud ging Jung een eigen vorm van analyse ontwikkelen,
de analytische psychologie. Deze heeft als één van de kernbegrippen
de individuatie. Dit houdt in dat de mens probeert al zijn latente mogelijkheden
te verwerkelijken. Praktisch: een lang proces van leren, veranderen en
het confronteren van de 'negatieve' kanten van de persoonlijkheid. Hierbij
is in eerste instantie het integreren van de schaduw van belang. In de
loop van een mensenleven worden een aantal 'niet gewenste' onderdelen van
het bewustzijn, onder invloed van bijvoorbeeld de omgeving (de ouders)
verdrongen. Deze verdrongen inhouden worden 'opgesloten' in het onbewuste
en kunnen een negatieve invloed op het functioneren uitoefenen. Dit geheel
van onbewuste verdrongen aspecten van de psyche wordt de schaduw genoemd.
Door deze aspecten te (h)erkennen en alsnog te verwerken kan het proces
van individuatie verder gaan.
De persoonlijkheid, het masker dat een ieder draagt, wordt in het proces
van individuatie getransformeerd tot het Zelf, het uiteindelijke individu
(letterlijk: datgene dat ondeelbaar is). De studie die Jung aan dit en
aanverwante onderwerpen besteedde, leidde ertoe dat hij een terminologie
ontwikkelde die diverse basisgegevens en stadia in dit proces kon plaatsen.
Deze terminologie (b.v. de termen schaduw, anima en animus) wordt heden
ten dage nog veel gebruikt in boeken over en werken aan de persoonlijke
ontwikkeling (ik denk hierbij onder andere aan de boeken van Bolen en Johnson).
Eén van de ideeën van Jung die hierbij veel gehanteerd wordt,
is dat ieder mens ook een deel in zich heeft wat op het andere geslacht
is gebaseerd. De Animus (het mannelijke in de vrouw) en de Anima (het vrouwelijke
in de man). Pas door deze Animus/Anima te integreren in de persoonlijkheid
kan het Zelf zich totaal manifesteren. Deze integratie is nog een stuk
moeilijker dan het integreren van de schaduw.
Gesprekken over Jung
De ideeën en de analyse van Jung worden voornamelijk gebruikt
voor de persoonlijke ontwikkeling. Bijvoorbeeld , het werken met dromen
en het integreren van deelaspecten van de psyche. Het hier te bespreken
boek 'Gesprekken met Jung' van Hein Stufkens gaat er vanuit dat Jung ook
zijn zegje heeft gedaan over religie en spiritualiteit en dat dit onderwerp
nu zeker weer actueel is. Dat is mijns inziens inderdaad het geval. Religie
(en met name Gnostiek) wordt steeds meer gezien als een persoonlijke vorm
van verbonden zijn met een uiteindelijke oergrond, 'God'. Hier zien we
dus persoonlijke ontwikkeling en religieuze zingeving naadloos in elkaar
overgaan.
Het boek is in twee delen opgesplitst:
Qua informatie vind ik het eerste deel zeer geslaagd. In 70 bladzijden krijgen we een korte, goede weergave van Jung's denkwereld. Er zijn een paar kanttekeningen te maken. Eén punt is dat de denkwereld van Jung wat meer als een eenheid beschreven wordt dan die mijns inziens was. Jung's weerzin tegen systemen en formaliseren wordt teveel goed gepraat. Het is zeker zo dat een te vaste benadering flexibiliteit tegengaat. Jung echter verzette zich er zo met hand en tand tegen dat we, ook vanuit zijn manier van denken, aan kunnen nemen dat hier nog een gevecht met de schaduw plaats vond. Maar, of Jung dit nu wilde of niet, er is zeker een systeem aanwezig in zijn erfgoed. En deze kern wordt door Stufkens helder weergegeven en in het verlengde gelegd van religie en gnostiek.
Gnostiek is een manier van denken over de mens en een spirituele manier van leven waarbij het zogenaamd goddelijke in de mens zelf aanwezig is. Contact met deze innerlijke kennis (gnosis betekent 'kennis') houdt in dat de mens geen 'uiterlijke 'leer (dogma's) of 'bemiddelaar'(paus) nodig heeft om tot 'God' te komen. Dat Jung een gnosticus was (voor zover dit zo te omschrijven is, gnostiek is tenslotte sterk persoonlijk) lijkt mij voor de hand liggen:
Echter Stufkens zet gnostiek als intuïtieve manier van ervaren
af tegen wetenschap als rationele ervaringsvorm. Dit lijkt mij niet geheel
correct. Binnen gnostieke groeperingen werd (wordt) het rationele zeker
gewaardeerd. We hoeven hier alleen maar te denken aan de Katharen, die
met het nieuwe testament in de hand, de pauselijke afgezanten op een 'rationele'
manier te woord staan. Het rationele op zich is niet het probleem, maar
waar het voor gebruikt wordt. Rationaliteit kan in dienst staan van een
'doel', maar dit doel kan zowel een afstandelijk beschrijving van de werkelijkheid
zijn als een integratie van al de menselijke mogelijkheden. Het afwijzen
van rationaliteit op zich is een verminking van de mens. De gnostiek kan
ook een overstijging van juist dit soort 'tegenstellingen' betekenen of
bevorderen. Mijns inziens is gnostiek eerder een afzetten tegen dogma's
en dus tegen bepaalde 'vormen' van godsdienst en wetenschap.
Verder behandelt het eerste deel van het boek onder andere religieuze symboliek
(waaronder de al eerder genoemde anima en animus) en het godsbeeld van
Jung. Dit is met name overzichtelijk omdat Stufkens de terminologie, gebruikt
bij het proces van individuatie, ook gebruikt om Jung's religieuze ideeën
te verhelderen. Ook hier weer een heldere beknopte inleiding op..
De gesprekken
Het theoretische gedeelte is goed, maar nogal beknopt. Het tweede
gedeelte van het boek probeert het geheel handen en voeten te geven. In
een zestal gesprekken, gehouden voor het Jung-project van de IKON worden
een aantal aspecten van Jung en zijn werk toegelicht. Gesprekspartners
van Stufkens in deze zijn onder andere de theoloog Quispel en de psychotherapeut
Maas. Zij buigen zich over een viertal onderwerpen, waaronder 'Jung en
de theologie' en 'Erfgenamen van Jung'. De gesprekken geven inzicht in
de mogelijkheden van Jung's erfgoed voor deze tijd. Een op de praktijk
gerichte afronding van een aardig boek.
Nog een kritiekpuntje: het ontbreken van een index. Een boek over een man die veel met termen gewerkt heeft, dient minimaal een index te bevatten en, beter nog, ook een korte termenlijst.
JAN SPRONG