VRIJHEID
op het moment
van beseffen
val je door de mand
geestvervoering luisterend oor
weet je te treffen
zovelen op zoek
naar de on-zin van weten
onder invloed
niet begrepen
er zit 'n luchtje
aan zweven
voor je 't weet
ben je er zelf in verweven
vrijheid soms
'n lijntje te ver
misschien 'n gezegde
soms een ster
dan weer een grens die
je verlegde
OVERSTROMING
stroomversnelling
het verval is te groot
de dam speelt schaak
rare vogels in
de bocht
volgen de loop
hun koers bepaald
het bekken loopt
vol
mateloze natuur
van grenzeloos verlangen
ondergelopen
land
wankel even-wicht
drijvende sneeuw
BLAUWE VOGEL
met je vleugels
van azuur blauw
bedek je onze ogen zo in rouw
tegen pijn en onrecht op dit terrein
impuls om te leven te zijn
je kent geen
twijfel haat is je vreemd
je bent vrij niemand die je claimt
afkomstig uit de bergen kennis groot
geen familie alles schoot
vlieg met mij
naar oorden ver van hier
mijn geest achterlatend m'n hoofd fier
vandaan al hetgeen me bond
je tilt me op vinger op m'n mond
DE ULTIEME
SPIEGEL
sappig gras in
kalkrijke weides
gevlekte poezie
omzoomd genoegen in verborgenheid
wereldse blik
meegetrokken
lentegevoel
winters geheim
poort naar verhoogd zijn
alledaagse snottebel
de zee van een
aards spel
het medogeloze oog
priemt in mijn ziel
het luchtje voorbij
De vlinder strijkt
op haar schouderpartij
De VLINDER
geen beweging,geen
haast
gewoon een vrouwelijk moeras
waar mannetjes vlinders graag vertoeven
als ze bedroefd of eenzaam zijn
geen spuitbussen geen ozonlaag
gewoon warmte boven een dikke kraag
het stadium van pop is reeds heen gegeaan
komt nu aan op eigen kracht
de wereld te verkennen
maar NIET zonder de haard aller haarden
niet zonder de kracht aller krachten
met een zachte windvlaag wordt hij
meegenomen
even los even vrij van hetgeen hij
met z'n prachtige kleuren wil aanvullen
de ZWALUW
de samenvatting
in de drukte van
misschien
gevestigde orde oom agent en tante mien
langs de weg een opgeheven hand
soms wat water verder overal zand
niemand begrijpt
de prikkel die me steekt
de manke vergelijking die leek
wollen truien op het strand in zomerseizoen
het lijkt wel alsof ze leven het erom doen
gekoelde drank
brengt verfrissing
voor heel even
de winter in mijn hoofd
kan er weer even tegen
EENZAAMHEID
In de ooghoek
van je eigen gelijk
zie je plaatjes
van dat ene geluk
je mond verzegeld
je oren op slot
vier muren
ontdaan van kleur
je hoofd tegen het
plafond
een bord,een kopje
in een vervuilde keuken
je naam gekrast
in het stof op de deur
een lege echo
van verloren tijd
gedachten op de plank
je gevoelens onderin
de kerkklok is verstomd
je gebeden nooit verhoord
maar je hart
weegt zwaarder
dan de som der delen
CENTJE VERSTAND
ze kent me zwakke
plekken weet verdomd
kleedt me uit tot de laatste cent
laat me dromen van geluk nooit beleefd
schenkt genade tot op de bodem vd fles
nooit ruzie geen
beklag
ben nooit alleen altijd Een-voudig
onze relatie begint z'n vruchten
af te werpen
liefde op het derde gezicht
misschien kent
u ons wel
knuffelend langs de kant vd weg
onze lippen nimmer los
een verhouding tot op het bot
ALS DE NACHT
VALT
kraaiende opwinding
in achteloos bewegen
draaiende sterren in een wolk van bevlogenheid
komt het onweer als een zegen
verkoeling in een turbulentie van zekerheid
in het donker
van vergeten geloven
vindt de ziel een bedding van gedogen
minstens lichtjaren van deze rivier
brengt morgen de waanzin waarnaar ik tier
geeft de mens
de kennis van niet-weten
sporadisch genot is een kwestie van minder eten
dartelend in een wei van stotend ge-ijver
de nacht als deken over de twijfel
PETER
DULLAART schrijft
niet alleen poëzie, hij fotografeert ook. Een selectie van
zijn werk vind je hier
|