|
Een dag om 'Jean Ferrat chante Aragon' aan te schaffen Een mijmer-CD waarin dat toepasselijke zinnetje te horen is: "Que serais-je sans toi qu'un coeur au bois dormant' Dit denkend aan mijn vrouwtje Jenny die plots ontdekte dat niet alle amandelen aan de bomen groeien. Het maakte mij onrustig van glashelder te beseffen hoeveel er kan mislopen bij elke ingreep. Uiteraard is Jenny alweer groot geweest, sterk in het aanvaarden van letsels en pijn. Knap hoe ze alweer ijzersterk is geweest. "Que serais je sans elle?" De jongste weken waren energievreters, de kloosterstilte van elke dag werd hier brutaal doorbroken. Twee mannen in huis met een jengelende radio die banaliteiten uitbraakte. Stofwolken hadden bovendien niks op met mijn konijnenlongetjes, het was vreten en hoestbui zijn. Blaf, blaf. De keuken staat er nu, in het lang en het breed. Krotje werd luxe-kotje. Ik pleisterde de muren, schilderde alles, sleurde met meubels. Tja, het is even ketteren Een van mijn
beste vrienden, saxofonist Geert Beernaert is op bezoek, zijn
dochter Judie (24 jaar) kwam om het leven na een vreselijk ongeval
met een motor. Waardigheid en spirituele kracht zijn aanwezig.
Geert heb ik vastgepakt, woordloos, om de tranen van zijn wangen
te zoenen. De nacht is herbergzaam.
Ik zit met Winand in de prachtige voorjaarstuin, met wijn en
doorvoelde woorden
Winand had mondkanker, ging anderhalf
jaar terug onder het scalpel om als een mompelaar door het leven
te gaan met moed die groter was dan om het even welke snee. Crematie in Lochristie waar alles broos en breekbaar is. Ik weet het zeker, ik zal op een nacht in de tuin zitten en een fles Rosé ontkurken om Winand te herdenken als een toegewijde en integere vriend, ik zal de vleermuizen vertellen dat hij een cineast was in Moskou, dat hij moedig was, dat hij steeds weer nieuwe varianten van humor verzon. Mijn vrienden zijn namelijk uitvinders van nieuwe sterren, breekbaar maanlicht en geurige dauwdruppels. Ik zal onze tuin vertellen dat ik het leven liefheb ook als vrienden bijna spoorloos verdwijnen naar gebieden waarover nog geen verhalen bestaan. De rozelaars zullen buigen op de wind terwijl de spuitsteen zal murmelen over leven als proeftijd. Inmiddels kweek ik verse stilte die geurt naar salie als verzachtend middel voor de pijnlijke krop in de keel. Ik zal 'Little Colombus' meer missen dan me lief is, ik kan me nu eenmaal niet verschuilen in roze wolkjes en wiegende engelenkoren. Als vrijzinnige woelwater komt zingeving uit de eigen proefbokalen, er is geen vast stramien om op terug te vallen, geen erbarmen van een ondoorgrondelijke god, geen opgenomen zijn in de schoot van een zaligmakend ritueel. Er
is enkel het waarnemen van vallende sterren. Er is bovenal de
dagelijkse ontmoeting in mijn innerlijke tempel. Een werkplaats
waar ruwe stenen bewerkt moeten worden tot afgewerkte bouwstukken.
De landschappen aan de binnenkant zijn ontmoetingsplaatsen waar
wel en wee gewogen worden, waar pijn en zalving met elkaar vervlechten.
Jachin en Boaz schragen de wereld zoals elke rivier twee oevers
heeft: man en vrouw, zon en maan met daartussen in de maalstroom,
eb en vloed. In the year of the falling wings, in the year of
the siberian tiger! Ik mis je nu
al
vandaar het geluid van enkele klankschalen, zo uit mijn
ziel gegrepen, al weet ik niet of een vrijzinnige daar wel kan
van meespreken. GEERT VERBEKE |
---|