terug

STILTE KRUIMELT…

Een dag om 'Jean Ferrat chante Aragon' aan te schaffen Een mijmer-CD waarin dat toepasselijke zinnetje te horen is: "Que serais-je sans toi qu'un coeur au bois dormant'…Dit denkend aan mijn vrouwtje Jenny die plots ontdekte dat niet alle amandelen aan de bomen groeien. Het maakte mij onrustig van glashelder te beseffen hoeveel er kan mislopen bij elke ingreep. Uiteraard is Jenny alweer groot geweest, sterk in het aanvaarden van letsels en pijn. Knap hoe ze alweer ijzersterk is geweest. "Que serais je sans elle?"

De jongste weken waren energievreters, de kloosterstilte van elke dag werd hier brutaal doorbroken. Twee mannen in huis met een jengelende radio die banaliteiten uitbraakte. Stofwolken hadden bovendien niks op met mijn konijnenlongetjes, het was vreten en hoestbui zijn. Blaf, blaf.

De keuken staat er nu, in het lang en het breed. Krotje werd luxe-kotje. Ik pleisterde de muren, schilderde alles, sleurde met meubels. Tja, het is even ketteren…

Een van mijn beste vrienden, saxofonist Geert Beernaert is op bezoek, zijn dochter Judie (24 jaar) kwam om het leven na een vreselijk ongeval met een motor. Waardigheid en spirituele kracht zijn aanwezig. Geert heb ik vastgepakt, woordloos, om de tranen van zijn wangen te zoenen.
Vorige week was het rondrijden met zonneklopper Yannoulah… het verwijderen van een hersentumor maakte van haar een plant, een hulpeloos meisje…"Les choses vont comme elles vont…" zingt alweer Ferrat.
Nu kijk ik uit om iets van Léo Ferré aan te schaffen, ik wil meer investeren in de ontroering van het Frans chanson. Ik bedank het leven voor deze innigheden, voor deze onvervalste confrontaties. Dag na dag bewegen we met zijn allen tussen huiver en erbarmen. Ik zeg zacht "dank je" en beweeg mij even in stilte. Jenny is terug thuis met letterlijk een krop in de keel. Spreken is voorzichtig woorden fluisteren, klanken als vederlichte uitingen van schrapen en schrappen.

De nacht is herbergzaam. Ik zit met Winand in de prachtige voorjaarstuin, met wijn en doorvoelde woorden…Winand had mondkanker, ging anderhalf jaar terug onder het scalpel om als een mompelaar door het leven te gaan met moed die groter was dan om het even welke snee.
Een brief ploft in de bus, dansende woorden verkruimelen stilte en hangen een donderslag in de heldere hemel. Hartverscheurend maar mijn boezemvriend is plots overleden. Winand kon terugblikken op een geslaagde ingreep, in de gang van het Academisch Ziekenhuis-Gent zakte hij echter onverwacht in elkaar. Zijn hart was waarschijnlijk te goed voor deze wereld en begaf.

Crematie in Lochristie waar alles broos en breekbaar is. Ik weet het zeker, ik zal op een nacht in de tuin zitten en een fles Rosé ontkurken om Winand te herdenken als een toegewijde en integere vriend, ik zal de vleermuizen vertellen dat hij een cineast was in Moskou, dat hij moedig was, dat hij steeds weer nieuwe varianten van humor verzon. Mijn vrienden zijn namelijk uitvinders van nieuwe sterren, breekbaar maanlicht en geurige dauwdruppels. Ik zal onze tuin vertellen dat ik het leven liefheb ook als vrienden bijna spoorloos verdwijnen naar gebieden waarover nog geen verhalen bestaan. De rozelaars zullen buigen op de wind terwijl de spuitsteen zal murmelen over leven als proeftijd. Inmiddels kweek ik verse stilte die geurt naar salie als verzachtend middel voor de pijnlijke krop in de keel. Ik zal 'Little Colombus' meer missen dan me lief is, ik kan me nu eenmaal niet verschuilen in roze wolkjes en wiegende engelenkoren. Als vrijzinnige woelwater komt zingeving uit de eigen proefbokalen, er is geen vast stramien om op terug te vallen, geen erbarmen van een ondoorgrondelijke god, geen opgenomen zijn in de schoot van een zaligmakend ritueel.

Er is enkel het waarnemen van vallende sterren. Er is bovenal de dagelijkse ontmoeting in mijn innerlijke tempel. Een werkplaats waar ruwe stenen bewerkt moeten worden tot afgewerkte bouwstukken. De landschappen aan de binnenkant zijn ontmoetingsplaatsen waar wel en wee gewogen worden, waar pijn en zalving met elkaar vervlechten. Jachin en Boaz schragen de wereld zoals elke rivier twee oevers heeft: man en vrouw, zon en maan met daartussen in de maalstroom, eb en vloed. In the year of the falling wings, in the year of the siberian tiger!
De dierbaren zijn present. Ze gaan niet plots Ze lossen niet op. Ze blijven aanwezig, zichtbaar voor het derde oog, voelbaar voor aftastende genegenheid en diep respect. De dood heeft geen hangmatten, geen verborgen kieren, geen voetklemmen. Hij is er gewoon: in jou en in mij. In ons. In elk van ons. Terwijl we wegglijden uit het vruchtwater zijn we reeds aan het sterven. Misschien om opniew geboren te worden, ooit? Ik weet het niet. Kan het niet bevatten, weiger te sleutelen aan de geheimen van de kosmos dus liggen er geen pasklare antwoorden op de rode en zwarte lopers van het leven. Ik bezit geen sleutels.
Winand ik zeg het even met jouw woorden:"An all clear vision. Cleaning my spectacles wit a cloth while the ols ships in the morning are looking for nothing and everyting. My moment of consiousness. Vanishes. This time, mercifuly swift."
Bedankt vriend omdat je mijn broertje blijft, mijn gabber, mijn heimwee…ik zal je verdomme missen en af en toe zal ik eens heel diep zuchten want in de tuin, zeker bij nacht als de maan zilver penseelt op de struiken, is er niet altijd iemand om mee te klinken op soberheid en warmte.

Ik mis je nu al… vandaar het geluid van enkele klankschalen, zo uit mijn ziel gegrepen, al weet ik niet of een vrijzinnige daar wel kan van meespreken.

GEERT VERBEKE