terug

BRYCE CATHEDRAL

Vlak na een verraderlijke bocht ligt een pas aangereden das. Dood maar nog warm, zonder zichtbare verwondingen. Ik sluit zijn ogen en draag hem naar de zachte berm. Tot pulp gereden worden is onwaardig. Het strijdlustig en moedig totemdier is de hoeder van magische vertellingen en heilige woorden, de behoeder van zelfexpressie en onafhankelijkheid. Het kent het licht, de dieren en de aarde. In ontroering streel ik de reus. Grijs, vaalgeel en zwart tekenen een fraaie vacht die een witte streep vertoont tussen neus en nek. Ik besluit de overleden das te schenken aan de roofvogels, insekten en elementen in de hoop dat het verkeer hier geen tol meer zal eisen, bij mens noch dier.

Het fraaie dier de schedel en complete klauwen afsnijden, als talisman of fetisj, met het oog op eventuele krachtrituelen hoeft niet zo nodig. Iets zegt mij dat niet te doen. Verbonden met de diergeesten hoop ik dat zelfontplooiing toekomstgericht nog zal toenemen. Ik bedank de das en groet de vier windrichtingen. Ondanks (of dankzij?) de aanwezige dood voel ik mij verbonden met de magie van dit mooie totemdier. Eén klankschaal zingt ingehouden, vibreert om de kracht van de das over te brengen naar de verwondering in mijn ziel. Klankschalen vertolken mijn emoties, zetten noten op mijn zang.

Er zit er wel een prijskaartje aan mijn verstillende omgang met natuurmagie, het vliegend schijt zuivert plots mijn lichaam. Alle negativisme spettert weg, spanningen worden losgelaten. Donder en bliksem begeleiden ons tot in Bryce Canyon. De nacht rommelt verder, mijn buik ook. Mijn harapunt, twee vingerbreedtes onder mijn navel, pulseert krachtig. Gecentreerd blijven is de boodschap.

Ochtendrood hangt aan de rotsen. Het amfitheater van Bryce heeft rood-roze kantelen, oranje kantbogen, spitse toppen, rafelige torentjes, kleikleurige kolommen, okertinten op rotsblokken en nissen. Bryce is een grote kathedraal, een wonder. Muildieren balken. Een schitterende blauwe vogel komt naast mij neerstrijken terwijl eekhoorns over mijn handen buitelen. Maakt toerisme onbetamelijk tam of moet ik de boodschap van de blauw kleur (geluk, waarheid en kalmte) bevragen? Ik sluit de ogen en laat toe dat de kracht van deze dieren mij aanraakt. "Als de ziele luistert spreekt het al een taal dat leeft." schreef Guido Gezelle.

Moeder aarde boetseerde millennia aan het schitterend kunstwerk van Bryce Canyon. 60 miljoen jaar etste de tijd zijn nadrukkelijke sporen in het landschap van deze krachtplaats. Ik bewonder dit adembenemend labyrint vol broze aardpijlers, kathedralen en trappenplateau s. De warme kleuren die variëren van oranjeroze, oker, en beige tot crimsonrood, werken in op hart en ziel. Dit is het mooiste wat ik ooit mocht aanschouwen, hier is de natuur meer dan elders een magisch trefpunt. Natuurlijke tempels en verweerde amfitheaters doorsnijden diepe kloven met zuilen, koepels en pijlers. Reusachtige dennen groeien tussen de roodstenen richels. Stenen bruggen overspannen de steile wanden van dit magisch Navajo-decor. Het geluid van één klankschaaltje draagt ver tussen de uitgesleten spleten veroorzaakt door vorst en regenwater. Klanken zweven naar duinen en tafelbergen. Boventonen nemen gedachten mee naar de wonderlijke panorama s om er vulkanische breuklijnen en uitgestrekte valleien uit de geschiedenisboeken van de schepping te ontmoeten. Klank begroet canyons, legt verbindingen met bossen en woestijngebieden, met onderaardse rivieren en diepe krochten. Bryce, Arches, Painted Desert en Capitol Reef laten voelen dat het niets uitmaakt of je bij verinnerlijken denkt aan de Limburgse Heide, de Hoge Veluwe, aan exotische atollen vol koraalriffen of aan de hoogste bergpieken van de Himalaya... Een hinde komt me begroeten, deuren naar zachtmoedigheid en avonturen openen zich.

Donder galmt donker,

boventonen vibreren.

De canyon glimlacht.

GEERT VERBEKE