|
Lieve Hana In Auschwitz zag ik je naam op één van de vele koffers die daar liggen opgeslagen. Stille getuigen, gevonden na de bevrijding van het kamp. Hana Fuchs 1936 Waisenkind (weeskind) staat op je koffer. Ergens tussen 1942 en 1945 ben je hier naartoe getransporteerd. Je moet een jaar of zeven geweest zijn toen je hier aankwam. "Weeskind" staat er op je koffer. Zonder ouders ben je hier terechtgekomen. Ik hoop voor je dat je samen was met een broertje of een zusje. Hana, ik weet niet of je nog leeft; ik acht de kans niet groot. Bij de selectie op het spoorwegperron in Birkenau ben je vast niet geschikt bevonden om mee te draaien in Hitlers industrie. Waarschijnlijk ben je direct doorgestuurd naar de vernietigingsovens. Ik weet ook niet of ik voor je moet hopen dat je deze hel hebt overleefd. In Auschwitz zag ik een film, gemaakt na de bevrijding van het kamp, waarop kinderen te zien zijn die deze hel hadden doorstaan. Hun gezichten waren versteend, uitgeblust. Wezenloos keken ze voor zich uit; het kind in hen was gestorven.
Hana, je naam betekent de begenadigde. In de context van de plaats waar ik je naam tegenkwam een wrange betekenis. Je hebt vast wel geleerd over de profeet Habakuk. Aan het eind van zijn boek schrijft hij over de tijd dat er geen vijgenboom meer zal bloeien, dat de akkers niets meer zullen opbrengen en al het vee verdreven zal zijn uit de stallen. Dan gebruikt hij het woord nochtans, nochtans zal ik juichen in de Here. Begenadigd zijn, in het aangezicht van de dood, misschien ., nochtans . Hana, moge de herinnering aan jouw naam tot zegen zijn, opdat de woorden die staan op het door Jan Wolkers gemaakte glazen monument in het Wertheimpark in Amsterdam, waarheid worden: Nooit meer Auschwitz. Auschwitz, 20 juni 2002 Agnes Stekelenburg
|
---|