terug

Een sprookje...

Er was eens een vrouw. Ze was geen moeder, geen echtgenote, gewoon een vrouw...
Ze heette Luna. Haar hoofd zat boordevol prachtige verhalen. Wanneer zij sprak, vloeiden die als vanzelf over haar lippen en elk verhaal was nog mooier dan het vorige. Bovendien hadden haar verhalen een wonderbaarlijk effect. Iedereen die er echt naar luisterde, voelde zich een ander mens. Een mens vol positieve gedachten, met oog voor anderen... Een mens vol rust en kalme zekerheid...
En wie wou er niet naar haar luisteren ? Die mensen waren zeldzaam. En zo werd de wereld stilaan een vredige plaats...

Er was ook een man. Han was zijn naam. Hij hield van avontuur, opwinding en de geur van gevaar. Af en toe had hij er behoefte aan om zijn nekhaartjes overeind te voelen komen en hij wou niet altijd weten wat of wie hem opwachtte achter de volgende deur. Hij was geen slecht mens maar wou kost wat kost ontsnappen aan de sleur van een rustig voortkabbelend bestaan.
Leven wou hij, het bloed door zijn aders voelen ruisen en steeds nieuwe uitdagingen aangaan. En Han wou Luna niet delen met iedereen die behoefte had aan rust en kracht.

Luna hield veel van Han...

Op een dag besloot Han haar liefde te testen.
"Als je echt om me geeft..." begon hij maar nog voor hij zijn zin kon afmaken, onderbrak zij hem.
"Ik hou van jou !" verklaarde ze, "Dat is zoveel meer dan om jou geven. Jij bent mijn hemel, mijn aarde... Ik kan beter zonder lucht, zonder licht en zonder water dan dat ik zonder jou kan..."
Zoveel meer wou Luna vertellen, maar dat stond Han niet toe.
"Als je echt van mij houdt", begon hij opnieuw, "dan stop je met sprookjes vertellen !"
Hij dacht dat ze geschokt zou reageren of minstens zacht protesteren. Luna kon immers niet stoppen met vertellen. Als zij haar lippen opende, regen haar woorden zich automatisch aaneen en werd een nieuw verhaal geboren. Zij kon toch niet ophouden met praten...

Han had beter moeten weten.

Vanaf dat moment bleven Luna's lippen gesloten. Met haar grote ogen keek zij hem begrijpend aan. Haar blik vloeide over van liefde en Han moest zich afwenden. Anders zou hij haar zeggen dat hij het niet meende en haar om vergeving smeken... Daarvoor was zijn trots te groot. Hij vermeed het om haar aan te kijken en omdat haar liefde haar het zwijgen oplegde, bleef de situatie onopgelost.

Maar ook al zorgde Luna ervoor dat geen enkel woord uit haar mond ontsnapte, haar verhalen lieten zich niet het zwijgen opleggen. Elke dag trok een lange stoet bezoekers langs haar huisje voorbij. Wie in haar droeve ogen keek, las daar wat zij niet wou zeggen.

Uiteindelijk wist iedereen waarom Luna niet meer praatte en stilaan vormden zich twee kampen. Het was niet zo dat alle vrouwen zich achter haar schaarden en alle mannen achter Han stonden. Er waren mannen en vrouwen die vonden dat Han een egoïstische bruut was die Luna's oneindige liefde niet verdiende... En er waren mannen en vrouwen die Luna een zwak wezen vonden dat niet voor haar rechten durfde opkomen. Niet de eis van Han was oorzaak van haar stilzwijgen, maar haar eigen domme ondergeschiktheid. Waarom had zij niet gewoon de bal teruggekaatst : "Als jij van mij hield, zou je zoiets nooit vragen !" ?

In feite kon het de man en de vrouw niet schelen wat de anderen over hen dachten. Zij trokken zich steeds meer terug in zichzelf en probeerden een manier te vinden om aan hun uitzichtloze situatie te ontsnappen. Luna wou heel graag de eerste stap zetten zolang zij maar niet hoefde te praten. Op zijn beurt wou Han haar heel graag vertellen dat hij zich als een idioot had gedragen. Maar de dagelijkse stroom bezoekers maakte hem steeds weer nijdig en jaloers slikte hij elke verontschuldiging weer in.

Op een dag zag Han een jongetje met glanzende ogen dromerig uit Luna's woning stappen. Die genoot duidelijk nog na van het verhaal dat haar ogen hem getoond hadden. "Wat heeft ze jou verteld ?" vroeg hij spottend aan de jongen "Iets over vlinders en bloemen en kabouters en feeën ?"
"Neen !" antwoordde de jongen boos "Ik ben te groot voor babysprookjes".
"Laat die jongen met rust" bromde een vrouw "Als je wil weten wat Luna te vertellen heeft, ga dan zelf luisteren".
"Neen maar !" kwam een ander tussenbeide "Waar bemoei jij je mee ? Hij kan er toch niets aan doen dat zij zo koppig haar mond houdt ? Moet hij haar soms dwingen om te praten ?"
Steeds meer mensen gingen er zich mee moeien. Iedereen kwam op het lawaai toelopen en wilde zijn zegje doen. Han stapte ongemerkt het huisje binnen en trok Luna mee door de achterdeur. Samen glipten ze ongemerkt weg...

Ver weg van het gewoel en de drukte keek Han in Luna's ogen.

Hij zag zichzelf... Vurig en fel aan de hemel, een oranje bal wiens stralen licht en warmte naar de aarde stuurden en haar tot leven wekten. Maar hij kon de aarde ook verschroeien. Zijn kracht kon haar vernietigen.
Hij zag Luna... Als een zilveren schijf wiens koele licht de aarde liet afkoelen en tot rust komen. Haar zachte stralen boden troost en verkwikking en toonden de weg aan wie verdwaald was in de nacht.
Hij zag hun plaats in het universum... Zij waren voorbestemd. Het ging niet meer om één man en één vrouw. Zoals alles en iedereen maakten zij deel uit van het grote geheel. Het was tijd dat zij hun plaats innamen...

Niemand heeft Han of Luna nog ooit teruggezien. Toch zijn zij er altijd in een eeuwige kring van rust en leven, van licht en schaduw.


Rosemarie Juchtmans



(crop van) foto:
Emily Kocken