terug

'"Wat u nu heeft, heb ik bij Freek de Jonge"

Kees Torn legt het halverwege de voorstelling nog maar eens uit; Hij maakt cabaret zoals dat een eeuw geleden al gebeurde.
Liedjes, woordgrapjes, waarvan vele tijdloos.
De zaal mag meedoen bij versjes waarvan het laatste woord een Engels woord moet zijn maar fonetisch uitgesproken de zin af maakt en tevens de vertaling is van het laatste Nederlandse woord van de zin. Hij geeft voorbeelden;
"Daar zag ik iets dat op een meer .. lake"
Het publiek krijgt de grap snel door en doet enthousiast mee.
We doen mee, maar wat we winnen wordt niet duidelijk.
'Doe mee en win' heet het 6e avondvullende programma van deze 37-jarige vrijgezel, met kritiek op collega Guido Weijers en op het krijgen van kinderen, waardoor ook collega Mike Boddé zo in beslag genomen wordt dat een geplande samenwerking kennelijk op de lange baan is geschoven. Maar heeft verder niet zoveel kritiek, evalueert hij aan het eind van de voorstelling als hij de lange riedel onderwerpen die hij kritisch heeft benaderd nog maar eens samenvat.

Torn begon op het conservatorium en dat is aan zijn pianospel nog steeds te horen. Hij veegt de vloer aan met de fantasieloosheid van Chopin, laat ons even kennis maken met het vernuft van Bach en laat af en toe met zijn pianospel horen dat hij daarin ook een eigenheid heeft ontwikkeld.
Hij schroomt niet om 'gedichten' van papier voor te lezen en maakt van zijn kuchje een testcase om niet meer pardon te zeggen na elke boer, wat zijn moeder hem toch had proberen te leren.
Zijn moeder zit toevallig voor ons.. Ik weet het omdat ze net op andere momenten lacht, net andere dingen ziet dan de andere mensen in de zaal.
Volgens zijn moeder begon het allemaal toen Kees in een wedstrijd situatie zich moest bewijzen op de piano. Een bepaalde passage was moeilijk uit het hoofd te leren en een aantal pagina's bladmuziek had hij veiligheidshalve aan elkaar geplakt.
Kees: "Ja, ik had daarbij per ongeluk 1 bladzijde verkeerd om geplakt, dus ik moest heel demonstratief al die vellen omkeren".
Dat zorgde voor hilariteit en was volgens zijn moeder het begin van zijn cabaret carrière.
Kees blijkt het daar niet mee eens: "Er is geen echt moment waarmee het begon. Een vriend die op de kleinkunstacademie zat vroeg een keer een tekst te schrijven, maar je zou ook kunnen zeggen dat het begon omdat ik gefascineerd was door het gelach van de zaal op een plaat van Henk Elsink."
Ik: "Dat is ook leuk!" maar voor ik kan verduidelijken dat ik me dat kan voorstellen, de fascinatie voor mensen aan het lachen krijgen, zegt hij al:
"Henk Elsink??!"
Kees Torn is rap van de tong, maar schroomt ook niet de tijd te nemen, al dan niet gespeeld door zijn papieren te bladeren.
Een zachte vriendelijke intellectueel met brilletje, die zich fan verklaart van Jeroen Brouwers als een van de beste auteurs van deze tijd en die op een gegeven moment in zo'n rap tempo actualiteiten van enkele jaren geleden becommentarieert wat zoveel voorkennis zowel als snel meedenken vereist dat het voor het eerst even echt stil wordt in de zaal.
"Wat u nu heeft, heb ik bij Freek de Jonge", zegt hij schaapachtig en de zaal begruijpt wat hij bedoelt en lacht uitbundig.

Wie van vernuftig taalgebruik en goed pianospel houdt, en na al die cabaretiers die vooral hun eigen persoonlijkheid profileren nu eens iemand wil zien die puur cabaret bedrijft, mooie liedjes met relativerende teksten ten beste geeft, mag Kees Torn niet missen.

Gezien: Doe mee en Win door Kees Torn.
Première op 27 november in de Leidse Schouwburg (anno 1705)


Marja Oosterman

Speellijst