terug
Vers biologisch
tarwegras uit eigen biologische kwekerij,
wekelijks thuisbezorgd? Kijk op www. tarwegras24.nl
|
Tarwegrassap
Een wondermiddel
voor uw gezondheid
En natuurlijk zelf gemaakt!
De groene
revolutie
De wonderen zijn de wereld nog
niet uit; de wondermiddelen ook niet. Een relatief onbekende
loot aan de stam van brooddranken, knoflooktenen en elixers is
een groep sap, geperst uit de piepjonge stengels van de tarweplant.
Tegenwoordig in verschillende Amerikaanse supermarkten aftapbaar
in kleine bekertjes; beschouwd als het betere alternatief voor
een glas sinaasappelsap. Tarwegrassap: een veertig jaar oude
ontdekking van Ann Wigmore
In Nederland en België is de tot Amerikaanse genaturaliseerde
Litouwse altijd tamelijk onbekend gebleven. Een heel enkele keer
kom je nog wel eens iemand tegen die een boek van haar in de
kast heeft staan: Ann Wigmore. Een heel, heel enkele keer iemand
die zich een lezing van haar weet te herinneren. Of een curieuze
anekdote uit de oude doos. ("In Amerika gebruikten chirurgen
tarwegrassap om hun instrumenten te ontsmetten"). Want vijftien
of twintig jaar geleden heeft ze Nederland even aangedaan. Uit
die tijd - in het kielzog van het tijdens haar tournee ongetwijfeld
opgelaaide enthousiasme - zullen de twee Nederlandse vertalingen
dateren van Wigmore's eerste twee boeken, die uitgeverij Elmar
ooit het licht deed zien - nu alleen nog in drieweekse perioden
te verkrijgen als lid van een openbare bibliotheek.
Het zal in diezelfde
tijd zijn geweest dat een Noord-Hollandse bd-boer Ann Wigmore
voorstelde een hectare tarwe in te zaaien en de pas opgekomen
tarwesprieten tot tarwegrassap te verwerken. Dan konden er meer
mensen worden bereikt dan middels de door Wigmore gepropageerde
vensterbankteelt. Het is er nooit
van gekomen. Ze was er niet voor. De mensen moesten het zelf
doen, vond ze. Zeker ook omdat de kwaliteit van het sap na de
bereiding in rap tempo achteruit holt. In Nederland kan men bij
verschillende reformzaken tarwegrascapsules kopen voor ongeveer
i 25,-. Een Italiaanse firma verkoopt sinds kort gedroogd tarwegraspoeder.
Ook Amerikaanse firma's schijnen iets te hebben bedacht om het
tarwesap op de markt te kunnen brengen. In Japan wordt gerstegraspoeder
op de markt gebracht, verwerkt bij zorgvuldig laag gehouden temperaturen.
Wigmore zelf heeft dergelijke plannen nooit gekoesterd. Zij zag
die dingen anders. Vers moest het zijn. Zoals alles wat de mens
tot zich nam zo vers mogelijk diende te zijn.
Wasbeertje
In haar eerste boek Why Suffer? beschrijft Wigmore haar ervaringen
met een halfwild, wasbeerachtig diertje (kinkajoe) waar ze in
de jaren vijftig een tijd lang voor zorgde. Van origine was het
een vleeseter. Vreemd genoeg weigerde hij in zijn nieuwe behuizing
alle vlees. Wat Wigmore zeer verbaasde: "Net als zoveel
van zijn soortgenoten eet deze inboorling uit Midden- en Noord-Amerika
van huis uit slechts rauw vlees. Maar alle ongekookte kip en
rauw rund -en lamsvlees liet het diertje staan voor een maaltje
vers fruit."
Ze stelde zichzelf de vraag of het kwam omdat het vlees dat zij
kocht nooit zo vers kon zijn als de levend gevangen en meteen
opgepeuzelde vogels en hagedisjes die het diertje van huis uit
gewend was. Ook bij sommige volken wordt het vlees van een pas
geslacht dier immers niet meer als echt vers beschouwd als het
zijn oorspronkelijke warmte verloren heeft". Ook vruchtensappen
moesten vers zijn. Vers sinaasappelsap werd gretig opgelikt,
maar alle ingevroren, ontdooide en vervolgens volgens voorschrift
met water aangelengde sappen liet hij onaangeroerd. "Is
het mogelijk dat er iets essentieels verloren gaat als een groente
is geplukt, wordt opgeslagen en verwerkt?", vroeg Wigmore
zich af. "En dat wilde dieren dat instinctief weten?".
Achtertuintjes
Ze groeide op in een door oorlogsgeweld en plunderingen geteisterd
Litouwen - onder de hoede van een grootmoeder die in de wijde
omtrek bekendheid genoot vanwege haar (wat we tegenwoordig zouden
noemen) natuurgeneeskundige kwaliteiten. Wigmore herinnert zich
haar als een groot genezer. Met wie ze voor het krieken van de
dag op pad gingen om in bos en moeras de planten te zoeken die
grootmoeder nodig had. 'Anetta', zei deze op een gegeven moment:
"deze vreselijke oorlog is voorbij. We beginnen allemaal
opnieuw. Maar jouw taak ligt aan de andere kant van de oceaan.
Ik heb je opgevoed met het idee dat jij mijn werk zult overnemen
- anderen helpen genezen wanneer ik er niet meer zal zijn. Dat
kan wel eens eerder zijn dan je denkt".
Wigmore stak de oceaan over, maakte kennis met de Amerikaanse
levensstijl en verdiepte zich met de jaren opnieuw in de relatie
voeding / gezondheid. Decennia lang had ze geleefd van wortels,
gras en grof brood. Nu was daar witbrood, cola en hamburgers
voor in de plaats gekomen. In de jaren vijftig greep ze terug
op de plantaardige, kruidenrijke voeding uit haar jeugd. Ze zocht
de Amerikaanse equivalenten van de haar bekende Litouwse kruiden,
stroopte bibliotheken af voor afbeeldingen en informatie en brouwde
na veel experimenten en vergissingen een drank die de kracht
in haar spieren terug moest brengen. Een proces waar ze uitgebreid
verslag van deed in het tijdschrift dat ze in die tijd uitgaf.
De zoektocht werd onderbroken en toen een aantal grote dagbladen
een artikel publiceerde van een arts die stelde dat de gewone
Amerikaanse achtertuintjes volstonden met tientallen dodelijke
onkruiden die verwijderd in plaats van gegeten dienden te worden.
Het gevaar lag overal op de loer. Wigmore kreeg talloze brieven,
lezers begonnen ongeruste vragen te stellen en ze besloot een
andere weg te bewandelen.
Graspulp
Wat zei haar Litouwse grootmoeder ook al weer over de grassen
die de mens al de voeding konden verschaffen die hij voor zijn
gezondheid nodig had? "Eens zullen we weten wat de geheimzinnige
kracht is van het verse groen dat zo snel verdwijnt wanneer het
gras van zijn wortels is afgesneden." Wigmore zegt zich
uit haar hele door strijdgewoel geteisterde jeugd geen sabelhauw,
wolvenbeet of kogelwond te herinneren die haar grootmoeder niet
wist te genezen met behulp van graspulp. "Gras dat ze placht
te malen tussen stenen, waarna ze de pulp met verse geitenmelk
mengde en het mengsel vervolgens in de wonden goot alvorens de
huid dicht te naaien". En had de zieke koning Nebukadnezar
uit het Oude Testament niet de raad gekregen om het open veld
in te gaan en te eten als de ossen? Knabbelden zieke honden en
katten niet aan straatgras? Gras. Maar welk gras? De wereld telde
4700 gras - en graansoorten - geen van alle giftig. Welke soort
was voor haar doel dan het meest geëigend? Ze stuurde brieven
naar honderden mensen over de hele wereld met het verzoek haar
zaden van grassen en granen te sturen. Met tientallen kwamen
de pakketjes binnen. Zaden van pampagras uit Argentinië,
boomgras uit Australië, blauwgras uit Kentucky, bamboezaad
uit Japan, rijst uit China. Alles werd uitgezaaid, Bijgestaan
door een bevriende boomdeskundige, sloeg ze groei, wortelspreiding
en stengelontwikkeling vervolgens nauwlettend gade. Zeven grasachtige
haalden de tweede ronde. Daaronder bevonde zich rogge, luzerne,
gierst, boekweit en tarwe. Wigmore zette de zeven granen en grassen
in potten op een rij, plaatste er een klein katje bij dat ze
van een afstandje bleef observeren. Het beestje snuffelde aan
elk van de zeven soorten grassprieten, maar begon uiteindelijk
op het tarwegras te kauwen. Een experiment dat ze een aantal
keren herhaalde met andere huisdieren. Steeds met dezelfde uitkomst:
snuffelen aan alles, kauwen op de tarwestengel. Vervolgens kwamen
twee groepen kuikens aan de beurt - van hetzelfde geslacht en
hetzelfde broedsel. Ze kocht het beste kuikenvoer dat ze "in
de handel kon krijgen." En mengde bij een van beide groepen
fijngehakt tarwegras door het kuikenvoer. Alle kuikens, uit beide
groepen, bleven gezond. Maar vanaf de derde dag groeiden de met
tarwegras bijgevoederde kuikens harder, ze werden groter en zwaarder;
waren kwieker, zaten beter in de veren en zagen er gezonder uit.
In vervolgproeven lieten konijnen en katten gelijksoortige verschillen
zien: meer eetlust, een snellere groei en een grotere vitaliteit.
"Mensen die zelf kuikens hadden gehad, begrepen niet hoe
het mogelijk was dat een handvol fijngesneden tarwegras dergelijke
verschillen teweeg kon brengen. Als zo'n eenvoudige toevoeging
tot zulke grote verschillen kon leiden, waarom hadden de pluimveefokkers
het geheim dan niet al veel eerder ontdekt?"
Andere succesverhalen
Ze perste het sap uit de tarwegrassprieten en testte het vervolgens
uit op zichzelf en een aantal naaste vrienden. Het effect beschrijft
ze als verbluffend. "Was ik tevoren door uitputting en nervositeit
niet in staat geweest meer dan een paar uur per dag te werken,
het tarwegras scheen mee lenigheid en energie te brengen."
Op aanraden van een bevriende arts staakte ze haar 'experimenten
op vrienden en bekenden'. Ze diende de schijn te vermijden voor
dokter te willen spelen. Ze nam het advies ter harte en richtte
zich voortaan op mensen die 'niets meer van dokters of medicijnen
te verwachten hadden '; zoals zij die noemde. Bedlegerige, zwakken,
vermagerde oudjes, van wie ze er dagelijks zes met vers geperst
tarwegras kon behandelen. Als we haar verslag in Why Suffer?
mogen geloven met een indrukwekkende reeks succesgevallen tot
gevolg - van maagzweer -, multiplexsclerose - tot artritis-,
reuma-, kankerpatiënten en diabetici. Mensen die vaak sceptisch
aan Wigmore's dieet van gekookte groenten en tarwegrassap begonnen
om enthousiaster en enthousiaster te worden naar mate ze merkten
dat pijnen en ongemakken binnen een paar weken begonnen te verminderen.
Elke minuut buiten haar eigenlijke werk ging zitten in het telen
van het gras en het uitdelen van het sap aan iedereen die het
maar hebben wilde. Waarna de vonk in de regel oversloeg en ze
haar werkterrein verlegde. Op een gegeven moment ging haar gedrevenheid
zover dat ze een actie wilde opzetten om Afrikaanse lepraleiders
aan tarwegrassap te helpen. Overtuigd als ze was van de genezingsmogelijkheden
schreef ze alle vijfhonderd congresleden een brief om haar aan
veertig ton tarwe te helpen. Een plan dat stuk liep op de bepaling
dat tarwe alleen als meel naar het buitenland mocht worden geëxporteerd.
Het vervolgidee om het tarwegroentesap dan uit te proberen op
Amerikaanse lepralijders liep stuk op de verordening dat het
tarwegrassap eerst een paar jaar diende te worden getest.
In 1963 ging
Wigmore's werk een nieuwe fase in met de oprichting van het eerste
op haar ervaringen gebaseerde centrum (het Hippocrates Health
Institute in Boston) waar iedereen heen kon gaan om een tijdje
onder begeleiding te kuren. En waar ze de tijd vond om haar voedingsadviezen
verder uit te werken en theoretisch te onderbouwen. Ze verdiepte
zich in de wetenschappelijke literatuur over de geneeskracht
van het chlorofyl - aanvankelijk door haar als het werkzaamste
bestanddeel van het tarwegras beschouwd. En tot in de jaren veertig
een geaccepteerd middel tegen klachten als luchtweginfecties
en bloedarmoede; de desinfecterende kwaliteiten werden in 1943
nog beschreven in het American Journal of Surgery.
Zonnebloempitten
Tarwegrassap was misschien het bekendste, maar zeker niet het
enige element uit het dieet dat zij propageerde. Ze gaf trouwens
niet alleen voedingsadviezen, maar ging in een boek als Be Your
Own Doctor ook op uiterst lezenswaardige wijze in op inmiddels
aanzienlijk meer platgetreden paden als de betekenis van een
goede nachtrust, voldoende lichaamsbeweging, frisse lucht en
ontspanning en de invloed van muziek.
Wat eten betreft is ze altijd blijven hameren op het belang van
verse groenten en vruchten. In haar standaardboek uit 1984 adviseert
ze haar lezers elke dag twee tot vijf stuks fruit te nemen -
tussendoor of als ontbijt, maar zeker niet vlak voor of na de
maaltijd, omdat de zuren in het fruit de vertering van het zetmeel
hinderen. Zoals ook eiwitten en koolhydraten niet goed combineren.
Verder twee of drie glazen rejuvalec (zie recept); een klein
beetje ongeraffineerde honing en liefst ook wat zeegroenten.
En dan natuurlijk kiemen en een (niet te grote) hoeveelheid tarwegrassap.
Als de naam Wigmore ergens mee verbonden is, is het wel met tarwegras,
boekweitscheuten, alfalfa, linzekiemen en gekiemde zonnebloempitten.
En al die andere jonge, meer of minder uitgelopen planten en
groenten. Liefst zes koppen per dag - verwerkt in soepen, salades
en/of dranken. Alle zaden, noten, granen en bonen dienen voor
het kiemen eerst te weken worden gelegd - om de stoffen te neutraliseren
die het ontkiemingproces tegenhouden en die ook de spijsvertering
parten kunnen spelen. Vervolgens komt het kiemproces op gang,
waarvan Wigmore als een van de eersten de waarde herontdekte
- op een moment dat het nog vele jaren zou duren voor een gezaghebbende
krant als The Wall Street Journal een lang en enthousiast artikel
aan de waarde van kiemen zou wijden. Lange tijd heeft het gebruik
van kiemen en tarwegras zich in landen als Amerika en Duitsland
louter verspreid via mond-tot-mondreclame. Zoals een Amerikaanse
gebruiker het in zijn voorwoord tot een van Wigmore's boeken
zegt: "We grew wheatgras, sprouts and greens, and after
four months of following the diet strictly, we felt fantastic."
Tarwegrassap
's-Werelds meest geconcentreerde
vloeibare voedingsmiddel wordt tarwegrassap wel genoemd. Het
sap zou (bijvoorbeeld) tienmaal zoveel van het verjonging - en
vruchtbaarheidsvitamine E bevatten als spinazie en kropsla en
voor 21% bestaan uit hoogwaardige eiwitten. De Japanse onderzoeker
Yoshide Hagiwara heeft tweehonderd planten onderzocht op hun
gehalten aan vitaminen, mineralen, proteïnen en enzymen.
Zijn collega, Kazuhiko Kubota (universiteit van Tokio), isoleerde
het enzym PD41 uit gerstegrassap, dat goede diensten zou bewijzen
bij het herstel van door röntgenstralen beschadigd erfelijk
materiaal. Ook het enzym SOD (dat in alle lichaamscellen zit
en waarvan wordt verondersteld dat het ontsteking-remmend werkt,
het verouderingsproces kan helpen vertragen en de effecten van
radioactieve straling kan verminderen) zit in gerst - en tarwegrassap.
In haar boek over tarwegras noemt Wigmore nog verschillende andere
onderzoekers die zich met PD41, SOD en andere enzymen hebben
beziggehouden. Aan de universiteit van Texas zou Chiu-Nan Lai
in vitro een duidelijk anticarcinogeen effect hebben aangetoond
van extracten van linzen - en mungbonen en tarwegras bij bacteriën.
Lai zoekt de werking vooral bij het chlorofyl.
Kiemen en Grassen in de praktijk
In principe is Ann Wigmore's tarwegrasdieet zuivel - en vleesloos.
In groenten, fruit en ontkiemde zaden, granen, noten en peulvruchten
zit volgens haar alle voeding die de mens nodig heeft. Ze verwees
vaak naar Hippocrates bekende uitspraak ('Laat medicijnen uw
voedingsmiddelen zijn en voedingsmiddelen uw medicijnen'). Twintigduizend
in (Amerikaanse) supermarkten verkochte producten zou Hippocrates
volgens haar hebben afgekeurd. Maar ze hield nog altijd vijftienhonderd
producten over - verwerkt en gecombineerd tot sappen, salades,
brood, gefermenteerde kaas, soepen, sausen en ijs. "Ooit
mijn citroen -mayonaise -sladressing of mijn amandel -bananenijsdrank
geproefd?"
Tarwegras
en kiemplantjes
Het piepjonge kiemplantje haalt al zijn voeding uit het zaadje.
Behalve water en lucht hebben de jonge kiemen niets nodig. Er
zijn speciale bakken voor het kweken, op een fijn gaas, waar
de erbovenop liggende tarwekorrels goed kunnen groeien en makkelijk
water kunnen krijgen. Verkrijgbaar bij de Natuurlijke Molen in
Arnhem. Ook in dit geval de zaden weken en vervolgens dan laten
kiemen. De tarwe goed verspreiden en een beetje aandrukken, water
geven en vervolgens afdekken (in het donker kiemt tarwe beter):
met een tweede dienblad of met een paar lagen vochtig keukenpapier
(keukendoek) en een laag plastic er bovenop. Tussentijds eventueel
extra water geven: de zaden mogen niet zwemmen. De witte zijworteltjes
van de tarwe niet verwarren met schimmel. Na drie dagen in ieder
geval water geven en doek of dienblad eraf halen. In het licht
plaatsen; niet in direct zonlicht. Oogsten als de kiemplanten
een centimeter of vijftien groot zijn door de stengels zo dicht
mogelijk bij de zeef af te knippen of te snijden.
Tarwegrassap
(2)
De waarde van het tarwegras en de kiemplantjes van boekweit en
zonnebloem ligt onder andere in het groene chlorofyl. De vezels
van het tarwegras zijn voor een mens niet te verteren. Kauwen
op een handje tarwegras is een mogelijkheid,
maar op de lange duur wellicht niet bevredigend. Uitpersen dus.
Maar hoe? De gangbare sapcentrifuges zijn geschikt voor het maken
van sap van wortel en biet, maar niet voor tarwegras. In Amerika
zijn zogenaamde langzaam draaiende apparaten ontwikkeld die de
kwaliteit van het groene sap intact laten. Een ideaal apparaat
- waar ook andere sappen en moesen maximaal mee uitgeperst kunnen
worden. Uit Amerika naar Nederland geïmporteerd, komt de
prijs op een 475,- (De Natuurlijke Molen). En de hoeveelheid
sap? Beginnen met enkele theelepels per dag. Op te bouwen tot
drie kleine glaasjes per dag.
Rejuvalec
In de schaduw van het tarwegrassap een van de gouden standaardbrouwsels
van het life-food-dieet. Een bijzonder enzymrijk drankje. Een
tarwe-aftreksel. Een weldaad voor de spijsvertering genoemd.
Wigmore: "Zo voedzaam dat het eigenlijk niet als drank maar
als voeding geafficheerd zou moeten worden". Het is bijzonder
simpel te bereiden, maar de bereidingswijze blijkt per boek te
verschillen. Het eenvoudigste recept vinden we in Wigmore's eerste
boeken: een kop tarwe 24 uur laten weken in niet te koud water.
Dat is alles. Een Franse auteur gebruikt (48 uur) gekiemde tarwe
die hij vervolgens 48 uur laat staan in water. Dat levert gauw
een te sterk gefermenteerde drank op. Wij houden het op Wigmore's
latere aanbevelingen: een kop gewassen tarwe in drie of vier
koppen water 48 uur laten staan. Dezelfde tarwe kan nog een tweede
en derde keer worden gebruikt. Dan is 24 uur voldoende. Als basis
voor de rejuvalec kan (in plaats van geweekte tarwe) ook tarwe
genomen worden die na het weken een dag heeft gekiemd.
Die waarde
van kiemen
Er is een oude Chinese legende die het verhaal vertelt van een
groep Chinese landverhuizers die de Jang-tse-kiang-rivier opvaren
- op zoek naar een nieuw woongebied. Hun boot zit vol proviand
en zaaigoed voor later. Er steekt een verschrikkelijke storm
op en de boot is een tijd lang speelbal van een nukkige onweersbui.
Praktisch alle etenswaar slaat overboord. Alleen het zaadgoed
blijft bewaard. Kletsnat en onbruikbaar als het is geworden.
Alles begint te ontkiemen. Helaas, daar valt niets meer mee te
beginnen. Een aantal hongerige dagen later zetten de landverhuizers
hun tanden in de jonge kiemplantjes. Zo slecht blijken die niet
eens te smaken. Aangenaam verrast zijn de opvarenden ook, dat
deze eenvoudige plantaardige maaltijd genoeg is om hen zo snel
weer op krachten te laten komen....
Chinese farmacie
Eeuwenlang zijn kiemen onderdeel geweest van het dieet van tientallen
culturen in Oost en West. Het gebruik ervan zou ouder zijn dan
de Bijbel. Gekiemde zaden werden al gegeten in Mesopotamië,
Egypte en het oude Griekenland. Volgens een publicatie van het
Duitse ministerie van Landbouw teelden en aten de Chinezen 3000
jaar geleden al kiemen. Andere bronnen reppen over oude manuscripten
waaruit blijkt dat de Chinezen 5000 jaar geleden al regelmatig
kiemen zouden hebben gegeten. De toenmalige keizer van China
zou al geweten hebben van de therapeutische waarde van kiemen.
Zoals aan het eind van de zestiende eeuw ene Li Shi Chen in zijn
PEN TS'AO KANG MU (een uitputtend werk over Chinese farmacie
en kruiden) ook uitvoerig inging op de medicinale waarde van
kiemen. Chen schreef kiemen onder andere voor als remedie voor
waterzucht en reumatiek. Nog altijd staan ontkiemde mung- en
adukibonen in het verre oosten op veler menu. Het Himalayavolk
de Hunza's, gebruikt kiemen om de winter mee door te komen. Dichter
bij huis stuiten we op het traditionele Zweedse gerecht Kruska
- gemaakt van ontkiemde granen en lijnzaad - dat de spijsvertering
heet te bevorderen, vooral de vertering van zetmeelproducten.
Wat langer geleden, in de achttiende eeuw, propageerde de Engelse
kapitein Cook het gebruik van ontkiemde granen als middel tegen
scheurbeuk. Cook brouwde een cocktail van ontkiemde gerstekorrels,
die hij gedurende lange tijd bij lage temperaturen had laten
koken. Cook schijnt zijn hele drie jaar durende zeereis niet
één man verloren te hebben, tenminste niet aan
scheurbuik.
Eiwit-tekort
In de Verenigde Staten werd tijdens WO II een campagne gelanceerd
om de mensen vertrouwd te maken met het laten kiemen en eten
van sojabonen. Men voorspelde een eiwit-tekort, dat evenwel uitbleef.
In 1948 was iedereen de sojaboon weer vergeten. Behalve de veeboeren
natuurlijk. In de agrarische sector werden ontkiemde granen voor
de komst van de kant-en-klaar-korrels veel gebruikt als voedingssupplement
voor dieren. In Noord-Frankrijk kregen postduiven gekiemde granen
voor hun vertrek. Er is veel veranderd. In enkele decennia tijds
heeft het kiemen van granen, peulvruchten en oliehoudende zaden
enorm aan populariteit gewonnen. Informatie over kiemen vindt
u ook bij de Natuurlijke Molen.
In Duitsland
kwam de Voorlichtingsdienst van het ministerie van Voeding, Land-
en Bosbouw in 1994 met een enthousiaste en uiterst lezenswaardige
brochure over de waarde van kiemen. Het ministerie wijst erop
dat kiemen vaak veel hogere gehalten aan vitaminen bevatten dan
groenten als kropsla, tomaten en wortelen. Verder schrijft men
dat mineralen dankzij het kiemproces makkelijker opneembaar worden
voor het menselijk lichaam en dat de eiwit- en vetkwaliteit in
belangrijke mate wordt verbeterd. In Amerika zag Paul Burkhoder
(Yale Universiteit) in de jaren veertig de gehalten van sommige
B-vitaminen met honderden procenten toenemen. Vooral bij haver
- waar het gehalte aan vitamine B6 met 500% toenam; dat aan panthoteenzuur
met 200% en vitamine B2 zelfs met 1300%. Van verschillende soorten
bonen geeft de literatuur een verdubbeling tot een verzesvoudiging
van het vitamine B12 gehalte aan. Ook het Vitamine C gehalte
kan beduidend toenemen. Met de aantekening dat de zaden zelf
weinig tot geen vitamine C bevatten.
Pleitbezorgers
Ann Wigmore is waarschijnlijk de belangrijkste en invloedrijkste
propagandiste van het gebruik van kiemen geweest. Maar er waren
andere pleitbezorgers. De Zwitserse natuurgeneeskundige Alfred
Vogel bijvoorbeeld, die in de jaren zestig hoog opgaf van de
waarde van ontkiemde tarwe, rogge en gerst. Hij adviseerde deze
granen als een probaat tonicum. Ontkiemde granen hadden de mens
iets te bieden wat zij "bij menige dure preparaten en tonicums"
vergeefs zouden zoeken. "Een versterkend en bloedvormend
middel zoals we niet gemakkelijk voor ons dure geld kunnen kopen".
De werking zocht Vogel vooral in de aanwezigheid van het enzym
diastase dat - tijdens het kiemproces wordt gevormd en zetmeel
omzet in suiker. Interessant is dat in relatief kleine kring
hoog wordt opgegeven over de betekenis van het enzympreparaat
vasolastine dat de bloedvaten zou reinigen van aangekoekte vetafzettingen.
Een preparaat dat zijn oorsprong vindt in ontkiemde tarwe. In
het verleden is in Amerika in agrarische kring onderzoek gedaan
naar de betekenis van ontkiemde haver bij vruchtbaarheidsstoornissen
van koeien en stieren. De simpele aanvulling van kuilvoer met
(ontkiemde) haver verrichtte in sommige gevallen wonderen. In
een onderzoek van het Proefstation voor de Veeteelt in het Amerikaanse
Beltsville beschreef de onderzoeker de resultaten als verbazingwekkend.
"In alle (elf) onderzochte gevallen brachten de koeien die
voorheen zes tot veertien maanden vergeefs waren gedekt opnieuw
normale, gezonde kalveren ter wereld. Hetzelfde gebeurde vervolgens
bij een tweede groep volledig onvruchtbaar geachte koeien. Zoals
ook stieren in alle onderzochte gevallen hun normale vruchtbaarheid
herkregen." De binnen de Bd-landbouw welbekende onderzoeker
Ehrenfrief Pfeiffer vertelde in 1951 op een bodemconferentie
dat hij er altijd in was geslaagd vruchtbaarheidsstoornissen
van stieren op te heffen middels een streng dieet van groene
alfalfa, gevolgd door ruime hoeveelheden ontkiemde haver.
Terug naar de menselijke voeding - Ann Wigmore alle claims aangaande
de waarde van kiemen in 1985 als volgt samenvat: "We praten
over een van de geconcentreerste bronnen van vitamines, mineralen,
enzymen en aminozuren (proteïne) die er bestaan. Weinig
hedendaags voedsel vereist bij de productie zo weinig tijd, energie
en kosten en levert toch zo veel voedingswaarde." En: "Bij
overvloedig gebruik hebben kiemen de eigenschap het lichaam jong
te houden door de cellen van hoogwaardige voeding te voorzien
en ze te helpen giftige afvalstoffen kwijt te raken."
Een groot
gedeelte van dit verhaal is ontleend aan het blad Vruchtbare
Aarde en mag met bronvermelding voor verdere publicatie gebruikt
worden.
Een vernieuwde versie van het oorsponkelijk artikel uit 1995 in Vruchtbare Aarde is te vinden in editie 1/2005 met tientallen tarwegras-links op de linkenpagina.
Literatuurlijst
Aicher, Gisela: Keime, Sprossen, Grünkraut. Bausteine zur
Vollwerternährung, 112 blz, 1989, Schnitzer Verlag, St.
Georgen im Schwarzwald.
Gerlach, Bettine: Keimlinge. Brochure van de voorlichtingsdienst
van het Duitse ministerie van Voeding en Landbouw, 1994. Aan
te vragen bij: AID, Postfach 200153, 5300 Bonn 2, Duitsland.
Gronau, Hermine: Keime & Sprossen, einfach köstlich.
Hõdecke Verlag, Weil der Stadt, 1988,
Kulvinskas Viktoras: Sprout for the love of every body, a nutritional
evaluation of sprouts and grasses, 152 blz, 21st Century Publications,
Fairfield, Iowa.
Labbá, M.: Het kiemboekje. Een mini-boekje, 49 blz, uit
het Frans vertaald in het Spaans, Duits, Engels en Nederlands.
In eigenbeheer uitgegeven: 3, Rue Emile Level, F75017 Parijs.
RoseMarie: Das grosse Buch der Sprossen und Keime, Wilhelm Heyne
Verlag, München, 310 blz, 1987.
Schmid, Reiner: Weizengrassaft. Medizin fur ein neues Zeitalter,
77 blz, Verlag Ernährung & Gesundheid, Leostrasse 14,
81375, München, Tel/fax: 0049-89716134.
Schmid Reiner: Zuhause selber Keimen, Anleitung zum keimen, 80
blz, Ernöhrung & Gesundheid, München.
Villeneuve, Fabrice de: Santè, mode d'emploi, 154 blz,
In eigen beheer uitgegeven, Editions une Autre Regard, Les Curtils,
74230, Dingy Saint-Clair, tel.: 00-33-50021468, fax: 50321240.
1993. ISBN 2-910111-00-8.
Wever, Stefan: Kiemen, groenten in eigen vensterbank, 1993. Te
bestellen bij: De Natuurlijke Molen, Arnhem i 6,-.
Wigmore, Ann: The Hippocrates Diet. A Natural Diet and Health
Program for Weight Control, Disease Prevention and Life Extension,
1984, 191 blz, Avery Publishing, Wayne, New Jersey, VS. ISBN
0-89529-223-8.
Wigmore, Ann: The Weatgrass Book, 1985, 126 blz, Avery Publishers.
ISBN 0-89529-234-3.
Wigmore, Ann: Why suffer? Avery Publishers.
Wigmore, Ann: Be your own doctor, 1982 (heruitgave)., 190 blz,
Avery Publishers. ISBN 0-89529-193-2.
Wilt u meer
weten:
De
Natuurlijke Molen
Hilversumstraat 98, 6843DL Arnhem
Tel. 026-3812320 Fax. 026- 3819840
Email:natmolen@antenna.nl |
|