Vrienden in
de media
De huisknecht
van Pim Fortuyn woont nog steeds in de kelder van zijn huis en
vertelt de pers met de hondjes van Pim op schoot dat hij de laatste
weken van Pims leven veel bij hem in bed sliep maar geen seks
met hem had, zo verneem ik in tal van kranten en het schijnt
ook op tv te zijn geweest. Zijn Italiaanse vriend Ambrosius weet
te vertellen hoe Pim over Harry Mens dacht.
De ouders van onze kersverse jonge snelpratende premier waarvan
de media al zo vaak gezegd hebben dat ie op Harry Potter lijkt
dat hij zelfs in schoolklassen uit Harry Potter is gaan voorlezen,
vertellen hoe Peter al toen ie kind was wist wat ie wilde en
Peter zelf geeft rap een verhaaltje over zijn jeugd weg om te
antwoorden op de vraag waarom het nu Jan-Peter is. En bij gebrek
aan tijd van meneer en mevrouw Balkenende kennen we nu al tal
van jeugdvrienden van JP.
De collega van de staatssecretaris-voor-drie uur vertelt van
alles over mevrouw Bijlhout en ik vraag me af hoe vaak zou Bijlhout
met deze collega van gedachten hebben gewisseld.
Op de begrafenis van mijn half Griekse vriendin begin juni kwamen
honderden mensen, zelfs mensen die de laatste keer dat ze haar
zagen te horen hadden gekregen dat ze hen niet meer wilde zien,
'maar dat zei ze wel vaker' en dat was nog waar ook wellicht,
want was me zelf ook een paar keer overkomen en toch had ik die
dag de rol van best friend en dat was ook waar. Maar weet u hoe
ik mij voelde als best friend? Of ik wel alles voor haar over
had wat uw verwacht dat een best friend voor haar over had? Wat
ik ook antwoord, je kunt het bij haar niet meer verifiëren..
hoe weet je dan of ik de waarheid spreek? Zelfs al weet je zeker
dat ik de waarheid spreek, dan nog, is het mijn waarheid. Weet
jij, weet ik wel wat haar waarheid was over onze vriendschap?
Maar die vragen kreeg ik niet op de begrafenis en aangezien ze
niet echt bekend was als kunstenares, zal geen journalist het
me vragen.
Wat kopen we
eigenlijk voor al die verhalen van mensen die iemand kennen of
gekend hebben? En waarom worden we er zo mee overvoerd?
Simpel denk ik: we hebben in dit kleine landje goed beschouwd
belachelijk veel media..
Eind zestiger jaren heette het volle bak als er dertig journalisten
op een van onze persconferenties kwamen. Zo'n zelfde item zou
nu een zaal voor minstens 300 mensen vergen.
Ik had toen als broekkie grote moeite de aanvragen van journalisten voor
een persoonlijke interview allemaal in mijn agenda in te plannen,
maar we hadden toen ook al organisaties als GPD zodat een zelfde
artikel in vele kranten verscheen, vergezeld van een van de paar
persfoto's die circuleerden.
En natuurlijk net die foto's die ik zelf zo onflatteus vond.
Alleen die foto's die gemaakt waren voor en gebruikt in een specifieke
krant en die niet werd doorverkocht waren altijd beauties.
Hoe kwam dat dan?
Simpel: De fotograaf die je echt spreekt, of aanwezig is bij het interview, ziet iets van jou. Die de hele
dag snel door Nederland racende collega van een persbureau was
nog geen 5 minuten binnen maar verkocht zijn foto duurder.
En als een persbureau komt, is dat ook een vorm van energysharing?
Hoe meer de media nu niet in je agenda een plekje kunnen vinden,
hoe meer ze moeten uitwijken naar je buren en verre vrienden.
En die doen dat kennelijk met graagte. Zou het kunnen dat hoe
minder jij hen kent, hoe smeuiiger hun verhalen over jou zijn?
Niet uitgesloten is dat die verre vriend die je bijna nooit ziet
er de pest over in heeft misschien, dat een andere vriend dichtbij
was. Verifieert de journalist zoiets? Doet die dichtbij vriend
zijn/haar mond ook open in de pers? Tenzij hij/zij het voor je
op wil nemen denk ik..
Of heb ik nu een te hoge pet op van echte vriendschap?
Het metier journalist
is nogal veranderd sedert ik dat meer dan 35 jaar geleden begon
uit te oefenen. Wie wat waar en wanneer lijkt minder belangrijk
geworden dan waarom, en waarmee en waardoor en waarvoor rukken
gestaag op.
Al jaren worden de columnisten in kranten talrijker en de columnist
op radio en tv rukt ook steeds verder op. Met zoveel columnisten
wordt het jezelf profileren steeds belangrijker. Dus wordt je
mening steeds extremer. Columnisten zijn niet langer in eerste
instantie voor een breed publiek de gezellige afwisseling van
al het harde nieuws, maar het harde profileren maakt dat je je
zelf als lezer profileert. Je bent voor of tegen iemand, want
het grijze midden betekent dat je niemand bent.
Media over de
media..
Ook zo leuk. Lekker afzeiken, het kleinste feitje opblazen zodat
je een smeuïg artikel hebt.. want de kranten worden nog steeds
dikker en/of krijgen meer bijlagen of digitale extra's.
In pogingen om meer advertenties kwijt te kunnen zei men ooit..
maar is het dikker zijn dan de ander willen zijn niet simpelweg
machtsvertoon, profilering in kwantiteit. Neem 30 columnisten
i.p.v. 1 en je weet zeker dat je meer doelgroepen bereikt.
In de periode
1990-1994 vetelde ik elke nieuwe journalistieke medewerker van
het NoPapers Keuze-magazine die omdat er naast interne opleiding
verder geen honorering mogelijk was vooral graag recenseerden;
"Als je schrijft over een film, theaterstuk, cd, boek of
welk creatief produkt van een ander dan ook.. bedenk je dan a.u.b.
dat daar iemand z'n best heeft gedaan en vraag je af voor je
zonodig je eigen smaak tot subjectieve maatstaf gaat zitten maken:
wie ben jij om een ander af te zeiken?"
Tenzij je kunt aantonen dat iemand er bewust met de pet naar
gegooid heeft. En dat is goed beschouwd ook een creatieve daad.
Het duidelijkste
zie je die stelling bewaarheid worden in de beeldende kunsten.
Maak gebakken lucht en de zich zo graag willen profilerend journalist/recensent
zet zichzelf voor schut misschien in z'n prachtige bla bla waarmee
hij/zij toch probeert te laten zien wat ie van kunst afweet.
Jammer dat zo weinig journalisten nog echt de kunst van hun vak
verstaan.
Marja Oosterman
24 Juli
2002
|